Wist je dat sommige wormen die je hond kan krijgen ook overdraagbaar zijn op mensen? Daarom is ontwormen niet alleen belangrijk voor je hond, maar ook voor jou, je gezin en je leefomgeving, om het risico op een worminfectie bij mensen te verkleinen.
De wormen die bij honden kunnen voorkomen zijn onder andere rondwormen (zoals spoelwormen, haakwormen en zweepwormen), lintwormen (inclusief de vossenlintworm), hartwormen en longwormen. Vooral spoelwormen kunnen gevaarlijk zijn voor mensen omdat de larven van deze wormen door het lichaam migreren en in de ogen, hersenen en ruggenmerg terechtkomen. Als de larven door de longen trekken, kunnen ze bronchitis veroorzaken. Ook de vossenlintworm kan schadelijk zijn voor mensen vanwege de cysten die zich kunnen vormen in de lever en longen.
Dit is afhankelijk van een aantal factoren en verschilt dus per dier.
Bepaal dit aan de hand van volgende vragen:
De ontwormingsfrequentie kan variëren van 1-2 keer per jaar voor honden met een laag risico die weinig buiten komen en geen contact hebben met andere dieren, tot zelfs maandelijks voor honden met een hoog risico op zowel spoelwormen als lintwormen.
Worminfecties bij honden zijn niet altijd zichtbaar. Bij een ernstige besmetting met lintwormen kunt u soms kleine segmenten van lintwormen zien rond de anus van uw hond, die lijken op rijstkorrels. Het is dan belangrijk om uw hond ook te controleren op vlooien, omdat deze vaak lintwormen overbrengen. Andere symptomen kunnen zijn: diarree of hoesten. Een ontlastingsonderzoek kan helpen om een worminfectie vast te stellen.
Tot de leeftijd van 6 maanden moeten pups vaker ontwormd worden dan volwassen honden. Het aanbevolen schema is om zowel de moederhond als de pups vanaf 2 weken oud elke 2 weken te ontwormen tot 2 weken na het spenen. Daarna moeten ze maandelijks ontwormd worden tot ze 6 maanden oud zijn.
Ontwormingsmiddelen voor honden zijn meestal verkrijgbaar in de vorm van tabletten of pasta, die u één keer, of soms gedurende 2-3 dagen moet toedienen. Deze middelen worden via de bek gegeven. Het maakt vaak niet uit of u ze met of zonder voedsel geeft. Raadpleeg echter altijd de bijsluiter voor specifieke instructies of contacteer ons voor hulp.